Kort voordat de zomervakantie begon verscheen ‘Bouwstenen voor een kerkenvisie’, een handreiking van de Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed. We bevinden ons hiermee op het terrein van de afdeling: Programma Toekomst Religieus Erfgoed. De handreiking bestaat uit 12 bouwstenen en 3 bijlagen. Het deed mij even denken aan de getallensymboliek zoals we die ook in de bijbel vaak tegenkomen.
Bouwstenen
De bouwstenen variëren van een integrale aanpak van kerkenvisies (doel, inhoud en vorm) en nut en noodzaak daarvan, naar meer organisatorische aspecten (zoals: wie de opsteller van een kerkenvisie is, de rol van de gemeente en hoe het zit met de financiering). Daarna wordt ingegaan op het proces zelf, waarbij voorop staat dat er sprake is van maatwerk. Onderstreept wordt dat het vooral belangrijk is om het gesprek te organiseren en ook daadwerkelijk aan te gaan. Dit dient te gebeuren in ‘vertrouwen, openheid & openbaarheid’. De resultaten van een afgerond proces is idealiter een inventarisatie van kerkgebouwen, liefst met een waardering en weging van hun belang. In de brochure wordt er nog speciaal aandacht geschonken aan het meekrijgen van de achterban (die zeer diverse is) en het creëren van draagvlak. Een interessante bijlage is die van de hand van Frank Petter, theoloog en burgemeester van Woudrichem over het thema van de scheiding van kerk en staat in relatie tot het opstellen van kerkenvisies.
Kerkenvisie
Het verschijnsel Kerkenvisie kwam ik voor het eerst tegen in 2013 toen ik bezig was met het schrijven van mijn boekje: ‘Kerksluiting, einde of nieuw begin?’ Het leek destijds een revolutionair plan dat de overheid zich intensiever met de kerkgebouwen zou gaan bezighouden. Lange tijd bleef het redelijk stil hierover, totdat recent deze zaak door de minister werd opgepakt met een decentralisatie-uitkering voor burgerlijke gemeenten om tot Kerkenvisies te komen. In dat kader verscheen onder andere ook de hier besproken handreiking.
Toekomstperspectieven
Het gaat om een visie op het zogenaamd religieus vastgoed zoals kerken, klooster, kapellen. Wat zal bij afnemende beschikbaarheid van middelen en mensen de toekomst van deze gebouwen worden? Voor de burgerlijke overheid gaat het vooral de Rijksmonumentale gebouwen , maar niet die alleen. Kerkenvisies zijn zo veel mogelijk integraal: al de betrokkenen en al de kerken. Het spectrum van betrokkenen geldt niet alleen de kerkeigenaren of de gemeente (eventueel uit te breiden met provincie en rijk), maar ook de erfgoeddeskundigen, alsmede burgers, belangenorganisatie en ondernemers. Een hele lijst dus en meer betrokkenheid  dan de kerk wellicht gewend is. Pikant detail is de vaak goedkope stellingname dat de kerk ‘van iedereen’ zou zijn.
Het eindresultaat van de kerkenvisie-consultatie kan een concrete lijst zijn van de toekomst van de kerkgebouwen in een gemeente, ieder met de eigen perspectieven (van handhaven en herbestemmen tot slopen). Ook de spelregels van overlegafspraken kunnen het beoogde resultaat zijn: we houden elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen in eigen kring, of er is of komt bijvoorbeeld een loket waar je terecht kunt met je vragen.
Klemmen en valkuilen
De handreiking is een boeiend document, dat ook vele klemmen en valkuilen aan de orde stelt. Op zich vind ik het altijd een geruststellende gedachte dat die ook gezien worden. Boeiend vind ik opmerkingen die de positie van de gemeente betreffen als eventueel belanghebbende; dat maakt neutraal werken en elkaar vertrouwen wel kwetsbaar. Ook de spanning tussen doorgaans vrijwilligers op kerkelijk vlak tegenover het leger van professionals in de vorm van ambtenaren, erfgoedspecialisten, en/of het bedrijfsleven. Wordt het geen ongelijke ‘strijd’? Spreken de ‘betrokkenen’ elkaars taal wel, is men wel voldoende geïnteresseerd in elkaars vragen en belangen, en heeft men – niet te vergeten – een vergelijkbaar kennisniveau? De Rijksoverheid stelt geld aan de burgerlijke gemeente beschikbaar om te kunnen werken aan kerkenvisies, maar: hebben de kerkelijke gemeenten en parochies ook geen financiële ondersteuning nodig om deskundigheid in te kopen? Worden de kerkelijke vrijwilligers niet ‘zomaar even’ met weer een extra taak belast?
Begeleiding noodzakelijk
Neutrale begeleiders er bij betrekken wordt in de handreiking serieus benaderd en ik denk dat daar ook een uitdaging voor Kerkelijk Waardebeheer ligt om te helpen dit soort processen tot een goed einde te brengen. Wellicht naast de taak van belangenbehartiger van de kerkelijke partijen, want met eventueel bindende afspraken als eindresultaat staat er ook voor de kerken heel wat op het spel. Wat doe je immers straks met een kerkgebouw waarvan de bestemming volgens de visie niet veranderd mag worden? Of als je vanuit de kerk bezien een gebouw wilt handhaven, dat de overheid bijzonder geschikt acht voor herbestemming?
Van kerkenvisie en kerkvisie
Vragen, voetangels en uitdagingen genoeg, maar: als kerken niet meedoen aan de ontwikkeling van een kerkenvisie lijkt mij geen goede optie. Het risico is dan dat de overheid, buurtverenigingen, erfgoedspecialisten of uiteindelijk projectontwikkelaars ermee aan de haal gaan. Participeren vraagt van de kerken om een grondige bezinning en om investering. De handreiking ‘Bouwstenen voor een kerkenvisie’ brengt wat dat betreft de voor- en nadelen heel goed in kaart. Nu de kerken nog, die met hun eigen ‘kerkvisie’ (een uitdrukking van Petra Stassen in dit verband) duidelijk maken wat ze willen voor hun eigen kerkgebouw en wellicht nog belangrijker: nodig hebben voor het goede leven als geloofsgemeenschap. Op die manier komen kerken goed beslagen ten ijs en kunnen zij de dialoog met de buitenwereld aangaan. Een dialoog die vele betrokkenen raakt en die van belang is voor onze gezamenlijke toekomst.
Cor Schaap